1. mrt, 2013
Kent u dat gevoel, als je aan de vooravond van een dagje pretpark staat?
Het gevoel van waarom, en wat is er leuk aan?
Een dagje naar een pretpark is pure vorm van masochisme als je het mij vraagt!
Het begint al vroeg in de morgen, als de wekker op je vrije dag om half zeven afgaat.
Je draait je het liefst nog een keertje om want je bent moe erg moe.
Je weet wat je te wachten staat.
Daarna ga je de kids wakker maken, dat is al een sport op zich ze luisteren nooit naar je op dit soort dagen, ze zijn al helemaal opgedraait, bij de gedachte aan die grote kermis waar ze de hele dag mogen draaien zo veel ze maar willen.
Maar goed even een snel ontbijt en dan weg.
Het is vaak mooi weer op pretpark dagen, tenminste als je in de school vakantie gaat.
Daarmee komt het onheil je al tegemoet, want met mooi weer heeft ongeveer half Nederland het idee opgevat, om naar hetzelfde park te gaan.
Dit merk je ongeveer 10 km voor het uitgekozen park, je raad het al file tot aan de parkeerplaats aan toe. Als je daar aankomt is alles voller dan vol, en wordt je naar een soort van noodparkeerplaats gedirigeert, dit is meestal een weiland waar de koeien net uitgejaagd zijn. Je stapt uit de auto direct in zo’n lekkere bruine grammofoonplaat waar je voet in wegzakt, net tot over het randje van je schoen, waardoor je het mestoverschot door je sok heen voelt sijpelen. Al mopperend over zoveel onrecht, loop je stampend om de stront van je schoenen af te krijgen, naar de kassa. Ha gelukkig de eerste rij van die dag, het duurt ongeveer een half uur voordat je binnen bent, en je neemt je voor om de kaartjes voortaan via het internet te bestellen, hetgeen je de volgende dag alweer vergeten bent. Als je binnen bent heb je trek in koffie, je loopt door naar het eerste terras wat je ziet en gaat zitten. Het is natuurlijk een zelfbedienings restaurant, in pretparken wordt je niet bedient en moet je alles zelf pakken.
Als je dan met de koffie en een lekkere koek op het terras zit, kom je erachter dat het park vergeven is van de wespen, de ellendige geel bruin gestreepte beestjes zijn echt overal, het irritante gezoem gonst om je hoofd, snel de koffie op en wegwezen dan maar.
Daarmee kom je bij de volgende irritatie de wachtrij. In pretparken is een wachttijd van 3 kwartier of nog langer heel normaal, je staat als vee tussen de rekken, en je wordt alsof je een of andere achterlijke idioot bent, door een labyrinth van hekken geloodst, heen en weer zo passen er nog meer, heeft de bedenker van dit systeem vast gedacht!
Meestal heb ik het ongeluk dat er een paar van die oncontroleerbare opgedraaide 3 letter koters vlak achter mij heb, die steeds proberen voor te dringen. Ze schreeuwen de hele tijd en klimmen op het hek, en weer eraf, en weer erop, en weer eraf, doodziek wordt je ervan. Het liefst zou je ze een slag voor hun harses geven, maar dat doe je niet omdat je dan door iemand van het park uit de rij wordt gehaald, en je weer achteraan mag sluiten.
Als je een wachtrij kan uitzitten kun je daarna de hele wereld aan!
Ja een heerlijk dagje pretpark, eind van de dag nog even een belachelijk duur hapje eten in een slecht, jawel een zelfbedieningsrestaurant met chagrijnig personeel.
En zo is een mooi dagje uit compleet.
Niet veel later verlaat je het park, meestal 300 euro armer en een desillusie rijker.
Je neemt je voor om dit nooit meer te doen, en voortaan buiten het seizoen te gaan, maar daar komt meestal niets van terecht.
Pretparken ze zouden verboden moeten worden!
Eppo
28. feb, 2013
Het is Carnaval in het zuiden van Nederland, in een pittoresk plaatsje in Limburg
viert het personeel van het plaatselijke gemeente huis, het vrolijke volksfeest.
Onder invloed van het bier wat rijkelijk vloeit, worden vrolijke polonaises gelopen, de sfeer wordt steeds vrijer en vrolijker.
Het is bekend dat tijdens het Carnaval onder de maskerade, een dierlijke drang van aantrekking tot het andere geslacht wordt gecreëerd. Keurige huisvaders en moeders worden notoire vreemdgangers. Onder invloed van alcohol lijkt het allemaal niet uit te maken. Vroeger wreef de pastoor zich in de handen met zoveel overspel, hij was in ieder geval verzekerd van nieuwe zieltjes voor zijn parochie.
Maar op deze avond vieren de ambtenaren carnaval, en de muziek wordt steeds opzwepender.
De wethouder laat het bier zich goed smaken en bestelt nog een rondje, hij kijkt in het rond en ziet die leuke collega staan. De wethouder stapt op haar af en kijkt haar aan.
Ze lacht, en neemt het drankje wat hij voor haar besteld lachend aan.
Ze praten geanimeerd en dansen en hossen door het cafe.
Wat een feest, iedere keer als hij haar in de polonaise vasthoudt, stijgt zijn testoseron spiegel tot ongekende hoogten. Hij voelt zich heerlijk, zoveel vrouwelijke aandacht heeft hij al jaren niet meer gehad.
Opeens ziet hij zijn collega naar het toilet lopen, hij rent op haar af, en bevangen door een enorme hoeveelheid testoseron in zijn bloed, pakt hij haar vast en kust haar op mond. Op zich gaat dit nog wel, maar zijn tong probeert zich een weg te banen tussen haar lippen, langs haar voortanden recht naar haar gehemelte.
‘Getverr’ zegt de collega, ze proeft een mengeling van bier, knoflooksaus en cigaretten rook in haar mond, en zegt ‘ben je nou helemaal’!
Het is gebeurt, de volgende dag moet de ambtenaar bij de burgermeester komen, hij moet aftreden, anders zwaait er wat is de boodschap.
Nu zit de wethouder thuis vol ongeloof, waarom? Het was toch Carnaval? Waarom doen ze zo moeilijk. Hij was echt de enige niet die iets met een andere vrouw deed, er waren er zelfs bij die veel verder gingen als hij?
Jonge…. met Vastelaovend moet dit toch kunnen?
De leuke collega, zij heeft nergens last van, zij denkt ‘het is me gelukt heb ik die oude viezerik mooi weg gekregen’.
Tegen haar collega zegt ze, het was even afzien toen ik die ouwe natte naar rook smakende knoflook lap in mijn mond kreeg, maar het was iedere klodder onrein
speeksel waard.
De vrouw lacht en zegt ‘mannen lopen altijd hun piep achterna, dat is nou eenmaal hun zwakke plek’.
De moraal van dit verhaal is, hij die zichzelf ter Carnaval wil laten gaan, schaft zich een heel goed masker aan!
Eppo
27. feb, 2013
Een kok uit het mooie Breda moet er onmiddellijk mee stoppen!
Waarmee dan? Met het voederen van de dak en thuislozen.
De gemeente Breda heeft de kok verboden om nog langer te koken voor zijn armlastige mede mensen, de ambtenaar zei letterlijk, “vanaf heden is het u verboden om de dak en thuislozen te voederen”.
De reden is dat er teveel overlast onstaat tijdens het voeren, echter het uitdelen van het eten vind plaats in een industrie gebied, hoezo last?
Maar de ambtenaar heeft in zijn wetboek staan dat het niet mag, en zijn computer said no, dus het kan echt niet meer.
Daklozen zijn anno 2013 echt niet meer van deze tijd.
Dat weet de gemeente ook en daarom zij willen dat ze er niet meer zijn, waar het vroeger modern was voor een gemeente om wat van die daklozen door het centrum de afvalbakken te laten afschuimen. Is het nu not done.
Is het daklozen probleem daarmee opgelost? Nee natuurlijk niet maar door er niet meer over te praten zie je ze niet meer. Gemeentelijke logica onmiskenbaar!
De gemeente denkt als je ze maar niet meer voert, verdwijnen ze vanzelf.
Net zoals bij de stads duiven, niet meer voeren dan gaan ze vanzelf weg.
De gemeente Breda heeft geen boodschap aan liefdadigheid, jammer hoor want de kok uit Breda deed er zoveel goeds mee.
De gemeente Breda stelt dat het uitdelen van voedsel alleen mag, als de daklozen er een tegenprestatie voor leveren?
Tegenprestatie? Ga maar eens met het huidige koude weer buiten een nachtje onder een brug slapen, dat lijkt mij prestatie genoeg, probeer het maar eens!
Maar de gemeente Breda is niet te vermurwen en op last van een boete moet de liefdadigheids kok stoppen met zijn goede werk.
Later kwam de aap uit de mouw, er is een daklozen centrum waar de thuislozen tegen een kleine vergoeding eten kunnen kopen. Aha dat is het, deze voedselvoorziening brengt geld in het laatje! Het gaat de gemeente dus om de concurrentie, tja en tegen gratis eten kun je natuurlijk niet op. De gemeente Breda wil de laatste centjes uit de zakken van de arme stumperds kloppen.
Dit zal toch niet echt zo zijn? Ik kan mij niet voorstellen dat een gemeente rijk wil worden over de rug van zijn daklozen legioen. Veel zal het niet opbrengen vrees ik!
Misschien wordt het tijd voor de ambtenaren om eens na te denken over de regels in plaats van ze stomweg alleen toe te passen.
Tenslotte zegt een oud spreekwoord, hij die als ambtenaar door het leven gaat, komt steeds te vroeg en toch te laat.
Eppo
26. feb, 2013
Er is iets vreselijks aan de hand, het jachtseizoen is nu al begonnen!
De jacht op de Alpaca is begonnen, een Alpaca is een kleine soort Lama, een schattig diertje dat vaak onze kinderboerderijen bevolkt.
Helaas is de jacht op het arme dier geopend, uit een Overijselse kinderboerderij zijn er zes verdwenen. En niemand weet waar ze naartoe zijn gebracht.
Je hart breekt toch als ik aan die arme kindertjes denk, die staan te huilen voor de afrastering van de kinderboerderij.
Het is in, en in triest, kleine wollige Alpacaatjes gestolen om hun wol.
De wol schijnt enorm kostbaar te zijn, ik vermoed dan ook dat de dieven gezocht moeten worden onder de leden van breiclubs.
Mensen die lid zijn van breiclubs hebben grote hoeveelheden wol nodig, dit komt omdat ze verslaafd zijn, ze zijn verslaafd aan de breipen.
Deze mensen hebben een dwangmatige behoefte om, met onder iedere arm een breipen, de hele godganse dag, een draadje wol om de punten van deze pennen te draaien, en daarbij bewegen ze de ene punt over de andere, zo lijkt het tenminste!
In het echt is dit iets ingewikkelder maar daar gaat het niet om, deze wol junks zijn op een gegeven moment niet meer tevreden met gewone schapen wol. Nee als je erbij wilt horen, moet je op een gegeven moment ook duurdere shit scoren, bijvoorbeeld de wol van een Alpaca.
Heerlijke zachte wol zo zacht dat je er heerlijke warme shawls van kan breien.
Maar ik dwaal af, de politie kan het beste met een een zogeheten Swat Team, de breiclubs onverwachts binnen vallen, dit om te voorkomen dat de breiers er op hun scootmobielen vandoor gaan.
Voordat ze de breiclubs binnen gaan, werpen ze eerst een traangas granaat naar binnen, gevolgd door een rookgranaat, dat laatste is nodig om te voorkomen dat de junks gewapend met hun naalden, hun breinaalden wel te verstaan, in de tegenaanval gaan.
Voor je het weet wordt je neergestoken door een dolgedraaide breifan die vol overgave al stekend van je lijf een vergiet probeert te maken.
Daarom hebben Swat Teams schilden, deze zijn bedoelt om dit af te kunnen weren.
Waarschijnlijk vind je de dieren dan terug bij de leden thuis in de schuur, het is zeer onaangenaam wat je daar zult aantreffen, kaalgeschoren tot op de huid.
Tot op het laatste haartje kaalgeschoren poedelnaakte Alpacaatjes, die rillend staan te wachten op hun bevrijding.
Omwikkeld met aluminium dekens worden ze eerst naar een dierenarts gebracht voor onderzoek, gelukkig groeit de wol snel weer aan.
Tja het is te hopen dat de arme diertjes snel worden gevonden en terug naar de kinderboerderij worden gebracht. En dat de dieven snel gepakt worden.
De breiclubs, ik vind ze verdacht op voorhand al, je hoort nooit iets van deze clubs maar ze zijn toch altijd op de achtergrond aanwezig, mmmmm verdacht hoor!
Breiclubs? So Swat?
Eppo
25. feb, 2013
Henk 85 jaar oud loopt door de straat, met zijn veel te dunne jas probeert hij zo dicht mogelijk langs de gevels te lopen, dan voelt hij de koude snijdende wind niet zo.
Zijn jas is eigenlijk voor de zomer bedoelt, maar Henk heeft alleen AOW en geen geld voor een nieuwe. ‘Gelukkig nog 2x oversteken en dan ben ik weer thuis’ denkt Henk.
Alles doet hem zeer, zijn rug kapot van het zware werk wat Henk altijd heeft gedaan,
en de pijnlijke reuma, die hem op dit soort dagen parten speelt, maakt dat hij slecht
kan lopen.
De flat waar hij woont, doemt langzaam op in de mist, op deze koude januari dag.
Henk heeft net een belangrijk gesprek gehad op het gemeentehuis, met een zekere
dhr. Valentijn, die over een aanvraag van Henk moet beslissen, een aanvraag om in een verzorgingstehuis te mogen wonen. Het gaat thuis niet meer, Henk kan het huis waar hij woont zelf niet meer schoonhouden, en een hulp is te duur.
De ambtenaar dhr. Valentijn stelde allerlei vervelende vragen, die veel nare herinneringen naar boven brachten, en pijnlijk waren, zoals de vragen over zijn overleden vrouw.
Heeft u kinderen? ‘Helaas’ niet moest Henk antwoorden.
Heeft uw overleden vrouw familie? ‘Dat wel’ had Henk geantwoord, alleen daar heb ik geen contact mee.
‘Dat is niet zo slim van u’ dhr. Valentijn klonk verwijtend.
‘Is er dan niemand die u kan helpen’? Klonk het onvriendelijk.
De ambtenaar dacht nog eens na, en opeens wist hij het!
‘U woont in een flat toch?’ Dhr. Valentijn klonk blij hij had dit helemaal zelf bedacht!
‘In een flat heeft u altijd mensen om u heen, die u best kunnen helpen’ zei dhr. Valentijn.
‘Ik moet uw aanvraag daarom afwijzen’.
Henk voelde de grond onder zijn voeten wegzakken, het leek alsof zijn bloed in een keer uit lichaam stroomde, hij was te perplex om iets te zeggen.
‘Sorry ik kan niets meer voor u doen’ klonk de zelfingenomen stem van dhr. Valentijn.
Hij zuchte en was blij dat hij er vanaf was.
Henk was nu bijna thuis, met zijn van kou verkromde vingers, stak hij de sleutel in de deur, en duwde hem open. Eenmaal in zijn appartement aangekomen ging hij op bed liggen, van plan om net zo lang te blijven liggen tot hij niets meer zou hoeven te voelen……….
Is dit ver van ons bed? Nee dit incident heeft onlangs in een gemeentehuis hier in Nederland plaatsgevonden. En zal met het huidige ouderen beleid, in de nabije toekomst vaker voorkomen. Een onbezorgde oude dag kunnen de jonge mensen van nu wel op hun buik schrijven. Ja maar…. er is niet genoeg geld zegt de overheid! Als we dit maar blijven geloven dan hebben ze ons precies, waar ze ons hebben willen. Er is geld zat, het ontbreekt aan de wil om het op de juiste manier uit te geven.
Het verdwijnt in de verkeerde zakken en er worden verkeerde dingen mee gedaan.
Oude mensen moeten als ze er aan toe zijn, naar een verzorgingstehuis kunnen gaan, en niet aan hun lot overgelaten worden.
Dit is de plicht van de overheid en moet niet op familie en buren rusten.
Ik hoop dat graaiers van nu de Henken van de toekomst worden!
Eppo